DE KRACHT VAN DE GAYATRI MANTRA- DE OPLOSSING TEGEN VERVLOEKINGEN
De Yagna (plechtigheid) van de Heer Brahma)
Heer Brahma (=God van de Schepping) gooit lotusbloemen naar de aarde. Waar de bloemen vallen ontstaan er zoetwaterplassen. Heer Brahma uit zijn wens aan God Indra om een Yagna (=plechtigheid) te doen. Alle Goden hebben namelijk een Tirat (=een heilige plaats waar ze vereerd kunnen worden). Heer Brahma is de enige die dit niet heeft en wilt ook graag een bedevaartplaats hebben. Met deze Yagna wilt Heer Brahma voor zichzelf een heilige plaats creëren.
De Yagna
God Indra komt samen met de andere Devi’s en Devta’s (vrouwelijke Godinnen en mannelijke Goden) om deel te nemen aan de Yagna. Heer Mahadew (=God Shiva, God van de Vernietiging) komt ook met zijn Gana’s (=leerlingen). Heer Brahma staat tevreden met zijn handpalmen tegen elkaar als groet en is erg blij dat de Goden tijd ter beschikking hebben gesteld om te participeren in de Heer Brahma’s Yagna. Hij vraagt aan de Goden om op de toegewezen plaatsen plaats te nemen om zo deel te nemen aan de yagna zodra deze zou beginnen. Brahma vraagt aan Kubeer, God van de rijkdom, om alle geld en kleding ter beschikking te stellen aan diegenen die het wensen. Hij vraagt dit zodat niemand iets tekort hoeft te komen. Hij vraagt God Vishwakarma om een passende regeling te treffen voor het verblijf van alle Goden. Heer Brahma verzoekt Heer Vasudev om als gastheer alle goede dingen te prediken aan alle Goden. Hij vraagt Heer Shiva en zijn Gana’s om de Yagna te beschermen. Daarna vraagt Heer Brahma aan de geleerde Brihaspatiji (=de leraar van Indra die hem de Indredjaal technieken heeft geleerd) om de Goden te leren hoe ze de rituelen uit moeten voeren. Hij vraagt ook aan Wayu (=de God van de Lucht) om iedereen in de drie Loka’s (drie hemelen) uit te nodigen.
Roep aan Savitri
Heer Brahma vraagt aan God Indra om de voeten te wassen van de Goden en de Brahmanen (=de heiligen). Hij vertelt aan God Indra dat hij samen met zijn vrouw Savitri een stille meditatie gaat houden, ‘Maun’ (stilte). In de tussentijd vraagt Brahma aan Rishi Pulastiya om Savitri te laten halen om plaats te nemen op de Yagna. Heer Brahma vraagt zijn zoon Naradji om zijn moeder Savitri te halen. Naradji gaat moeder Savitri roepen en moeder Savitri is bijna klaar om mee te gaan. Naradji vertelt haar dat er veel rishi's, moenies, Brahmanen en Goden al plaats hebben genomen op de Yagna. Het lijkt Naradji het beste voor zijn moeder Savitri om te komen met haar vriendinnen (de vrouwen van de andere Goden, Laxmi; de vrouw van Heer Vishnu, Parwati; de vrouw van God Shiva en Indrani; de vrouw van God Indra). Moeder Savitri gaat akkoord om wat later te komen tezamen met haar vriendinnen zoals voorgesteld door Naradji. Als Naradji terugkeert vertelt Naradji aan Heer Brahma, dat Moeder Savitri samen met haar vriendinnen zal komen en dat ze misschien ietswat verlaat zal zijn. Heer Brahma denkt dat als Savitri te laat komt met haar vriendinnen de Yagna zal vertragen. Dus vraagt hij aan God Indra om voor een andere vrouw naast Heer Brahma te zorgen. God Indra gaat naar de jungle en ziet een meisje met een pot met yoghurt op haar hoofd lopen.
De komst van de ‘neppe’ Savitri
God Indra brengt de andere vrouw naar de Yagna op advies van de Goden. Ze wordt gezegend door langs het lichaam van de heilige koe te lopen. Nadat ze gebaad is en haar ornamenten aan heeft wordt zij aangekondigd als Savitri, de vrouw van Heer Brahma. Heer Brahma geeft het startsein om op tijd met de Yagna te beginnen. Op dat moment verschijnt op de Yagna een bedelaar met een menselijk schedel in zijn hand en vraagt om eten. Heer Brahma vraagt de bedelaar om weg te gaan. De bedelaar is heel erg boos, zet zijn schedel op de plaats van de Yagna en verdwijnt. De Brahmanen zien de schedel en willen de schedel weggooien. Echter, elk keer als ze de schedel weggooien verschijnt er een extra schedel. Op een gegeven moment zijn er wel duizenden schedels op de plaats van de Yagna en is de Yagna helemaal vol met schedels. Heer Brahma sluit zijn ogen en ziet met zijn innerlijke oog dat heer Mahadew (Shiv) hem op de proef heeft gesteld en dat het zijn werk is. God Brahma gaat naar Mahadew toe om te vragen of hij de schedels wilt verwijderen. Mahadew is teleurgesteld en wenst niet mee te werken omdat hij om een aalmoes had gevraagd in het menselijke schedel, terwijl Brahma dit onrein vond. Heer Brahma is erg boos en vervangt de aanwezigheid van God Mahadew door een Ling, Shiva Lingam (=steen) te maken. Deze Ling heet “Atpateshwer Mahadew”. God Brahma vertelt er gelijk bij dat diegene die de Ling aanschouwt of pooja doet op een Ling, hij of zij niet meer wedergeboren zal worden. Dit is de zegen van Brahma.
De komst van Moeder Savitri
In de tussentijd arriveert Moeder Savitri met haar vriendinnen op de Yagna en ziet een andere vrouw naast God Brahma zitten. Moeder Sawitri is heel erg geïrriteerd, teleurgesteld en boos dat ze iedereen die op de Yagna plaats heeft genomen begint te vervloeken. Zij vervloekt Heer Brahma door te zeggen dat Hij nergens aanbeden zal worden behalve hier in Pushkar. De Goden zien de boosheid van Moeder Sawitri en buigen allen het hoofd. Moeder Savitri vervloekt God Indra door te zeggen dat hij geen enkele oorlog zal winnen en dat hij angstig door de hemel zal moeten vluchten en dat hij zal hunkeren naar feesten en partijen en naar seksuele escapades. Tegen God Vishnu zegt ze dat hij haar hart heeft gebroken en daarom zal hij geboren worden als mens op Aarde en dat Raavana zijn vrouw zal ontvoeren zodat hij zal lijden (de epos van Ramayana). Moeder Sawitrie draait zich om naar God Shiva en vervloekt hem door te zeggen dat Hij de verbrande resten van het dode lichaam (Bhasm) tot zich zal nemen en op zijn lichaam zal smeren en dat de geesten zijn metgezellen zullen zijn. Ze vervloekt de Brahmans (=Brahmanen) door te zeggen dat ze altijd zullen bedelen en altijd arm zullen zijn. Ze vervloekt de heilige koe door te zeggen dat ze tijdens het grazen menselijke ontlasting in haar mond zal krijgen. Moeder Savitrie heeft God Kubeer vervloekt door te zeggen dat al zijn Rijkdom gestolen zal worden door koningen en dat hij altijd arm zal zijn.
[De roemrijke en bedreven Raghu was de vader van Aja, Aja was de vader van koning Das'aratha die de vader was van de Allerhoogste Heer in eigen persoon en de drie deelaspecten van Hem; zij verschenen als vier zoons, en waren: Râma, Lakshmana, Bharata en S'atrughna. Op een dag komt een jonge wijze Yogi aankloppen bij het paleis van heer Raghu om geld te vragen om zijn leraar te betalen. De yogi zegt: ‘’maar ik zie dat ik voor niets ben gekomen omdat u al het geld en rijkdom hebt verdeeld onder uw onderdanen’’. Heer Raghu zegt: ‘’wacht u maar even ik zal zorgen dat ik het geld voor uw leraar heb. Blijft u maar vannacht in het paleis logeren. In de ochtend heb ik het geld bij elkaar voor u’’. Heer Raghu beseft dat Alleen God Kubeer zo’n groot bedrag heeft en besluit hem aan te vallen en het geld te ontvreemden. God Kubeer heeft dit door en dezelfde nacht als iedereen ligt te slapen heeft God Kubeer de schatkist van Heer Raghu gevuld om een strijd te voorkomen die hij niet zou kunnen winnen. De jonge Yogi krijgt zijn les geld voor zijn leraar waarbij hij Heer Raghu zegent dat hij een machtige zoon zal krijgen.]
Moeder Savitri heeft de God van de lucht vervloekt door te zeggen dat hij altijd vieze geuren zal verspreiden. Na al deze gebeurtenissen probeert de Heer Brahma moeder Savitrie te bedaren en vraagt of Zij hem alsjeblieft wilt helpen de Yagna te hervatten en goed af te sluiten. Maar Moeder Savitrie is furieus dat haar gezicht rood zwart wordt van woede waardoor Zij verandert in moeder Kali van Kolkatta (West Bengal). Heer Brahma is hierdoor zodanig geirriteerd dat hij zegt dat Ze altijd vereerd zal moeten worden met het water van Pushkar. Moeder Savitrie zegt vervolgens tegen heer Brahma dat ze zodanig is teleurgesteld dat Ze naar Ratnagiri Berg zal gaan om daar heel lang te mediteren. Degene die naar de berg Ratnagiri gaat om te bidden en te mediteren zal hele speciale zegeningen krijgen. De vrouwen die bidden tot Moeder Savitri zullen altijd trouwen en zullen ten alle tijden gehuwd blijven en zullen allen kinderen krijgen. Iedereen die al maar een keer de Gayatri mantra opzegt zal gezegend worden. Heer Brahma zegt tegen de Brahmanen om de Yagna voort te zetten, maar de brahmanen weigeren dit en zeggen dat de vervloekingen die gegeven zijn door moeder Savitrie eerst moeten worden opgelost. Op dat moment zegt moeder Savitrie dat de vervloekingen alleen opgelost zullen worden als de ‘Gayatri mantra’ gereciteerd zal worden. God Vishnu vraagt aan moeder Savitri hoe Hij van zijn vervloeking zal afkomen. Moeder Savitrie zegt dat God Vishnu geboren zal worden als God Rama bij Koning Dashrath. Ze vertelt erbij dat hij 14 jaar zal moeten zwerven in het oerwoud en dat zijn vrouw Sita ontvoerd zal worden door Ravana. Moeder Savitri vertelt erbij dat als God Vishnu met behulp van de Apen Ravana heeft verslagen en Sita terug heeft gekregen de vervloeking zal worden verbroken.
Ze zegt tegen God Shiva dat Hij met het menselijke as op de Shiva lingam aanbeden zal worden. Ze richt zich tot God Indra en zegt dat zijn koninkrijk ontnomen zal worden maar met hulp van God Shiva en God Vishnu zal Hij dat terug kunnen winnen. Tegen de heilige Koe zegt ze dat ze overal en altijd aanbeden zal worden. Tegen Heer Brahma zegt Ze dat niemand zijn zegen zal krijgen zolang degene niet gezegend is met het heilige water van Pushkar. Tijdens de Yagna laat de kleinzoon van Heer Brahma (Sanatan) een slang los in het water van Pushkar, die zich om de voeten van Bragu Rishi vastbind. Hierop wordt de zoon van Bragu Rishi ‘Chyavan Rishi’ boos en vervloekt Sanatan om een slang te worden. Men gaat er vanuit dat deze slang nog steeds leeft in Nagkund. Her en der zijn vijf Kunds (grote waterputten: heilige plekken) en er wordt vanuit gegaan dat als men er een duik in neemt, men gezegend zal worden.
De Gayatri mantra om van vervloekingen af te komen luidt als volgt:
Ohm Bhur Bhuvah Svah Tat Saviturvarenyam Bhargodevasya Dhimahi Dhi-yo-yo-nah Prachodayat
Copyright © 2010 Ticanaf. All Rights Reserved. Ticanaf® is a registered trademark. Any form of reproduction, storage or transmittal of this material is prohibited without the written permission of Ticanaf. Permission to produce or copies may be obtained by contacting Ticanaf, Lau Mazirellaan 466, 2525 WV, The Hague, The Netherlands, or by calling + 31 70 329 87 17.
|
|